Biljarten Woensdag-avond

Bart Dignum nog steeds op koers!!!

Het jaarlijkse biljarttoernooi van De Verzamelaars nadert haar apotheose en woensdag leverde dat in ieder geval weer vier zekere finalisten op.

 

In de poule van de subtoppers ging de winst naar Joop Kohnhorst, de tweevoudige winnaar die zich vrijwel ieder jaar steevast precies aan zijn te spelen moyenne vastklampt of daar net onder duikt. Hij eindigde met vijf zeges royaal als eerste in poule 2, gevolgd door Marcel Zomerdijk (hoogste serie van vijftien), Eyo Wiersema en Tim Wenker, die een sterke slotdag afleverde. Oud-uitbater Wiersema stootte in een vol van heroïek staande partij de aspiraties van Rob de Putter aan flarden. “Bij deze bal ga ik eens niet nadenken”, verklaarde de man die tot woensdagavond bekender was om zijn vermaarde gehaktballen dan om zijn keucapaciteiten. Om vervolgens met een unieke ‘negentienbander van de losse’ zijn opponent de genadestoot te geven en zich weer aan het gemberbier laafde. De Putter meldde dat het einde van zijn loopbaan rond het groene laken nu echt in zicht komt, al is met zo’n naam de golfsport sowieso een meer logische keuze. Winnaar Kohnhorst was de enige die zijn moyenne tot (net) boven de honderd procent tilde. Toeschouwer Marcel Kok: “Hoe zit dat eigenlijk met die moyennes, daar klopt toch niks van?” Toernooidirecteur Helwig: “Dat klopt…”

Terwijl ‘Bromsnor’ Mark Meijering zich dit jaar kleurloos door het toernooi worstelt, haalde collega Henk van der Munnik in poule 6 genadeloos uit. Zes zeges na een totaal van 92 beurten zorgen ervoor dat hij zaterdag wel te maken krijgt met een naar boven bijgesteld te maken aantal caramboles. Imponerend was de opmars deze avond van Dimitri van Haneghem, maar ook hij hoeft zich zaterdag alleen maar zenuwachtig te maken voor de verloting. “Ik had wat biertjes op, dan gaat het gewoon beter”, aldus de runner up van de poule. Winnaar Van der Munnik had minder vocht nodig voor zijn successen, maar dat een honderd procent naamgenoot ooit burgemeester was van het plaatsje Bierum kan geen toeval zijn. Net als zijn honderd procent score in caramboles. Toeschouwer Marcel Kok: “Maar hoe zit dat eigenlijk met die moyennes, daar klopt toch niks van?” Toernooidirecteur Helwig: “Dat zou kunnen kloppen…”

Titelverdediger Bart Dignum trof het dat concurrent Menno Meijering in zijn slotpartij onderuit gleed tegen Merten Wolthuis, anders zou zijn eerste plaats in poule 10 nog in gevaar zijn gekomen. De winnaar was zo sportief zijn keu tijdelijk af te staan aan Ruud Stoop, die met het 140 centimeter lange attribuut een voorsprong nam van 17-12 tegen Meijering, de enige speler tijdens het toernooi die twee verschillende stootwapens tijdens een partij ter beschikking heeft. Toen Dignum zelf moest spelen op tafel vier (‘dit biljart staat schever dan ik zelf ooit ben geweest’) eiste hij zijn keu weer op. Waarna Stoop met de keukenkeu van Sytze geen carambole meer maakte en Meijering met een slotserie van acht (!) de partij alsnog naar zich toetrok. Ook voor hem zit een finaleplaats er met acht punten niet meer in. Voor poulegenoot Rob de Nijs is er nog een flinterdun kansje op basis van zijn moyenne. “Ik moet er ieder jaar altijd dertien maken. Dat lijkt wel nooit te veranderen.” Toeschouwer Marcel Kok nogmaals: “Maar hoe zit dat eigenlijk met die moyennes, daar klopt toch niks van?” Toernooidirecteur Helwig: “Een moyenne is gebaseerd op het aantal beurten dat je hebt gekregen”, waarna Marcel ijlings met zijn Renée huiswaarts toog. “Als je maar niet naar die Hongaar aan de overkant kijkt als-ie weer zit te sjorren voor het raam…”

Resteert nog één poule waarin de spanning er tot het einde in bleef. De winst ging uiteindelijk naar Peter Bakker, die niet onbekend is met het spelen tijdens de finaledag en in 2012 zelfs eindwinnaar werd. Met negen punten bleef hij Jan Wolthuis (die op basis van zijn moyenne ook geen illusies meer mag koesteren) net voor. Teleurstellend was het spel van Jeffrey Ehrensperger, door de organisatie steevast voorzien van de voornaam Jefrey. Winnaar Bakker weet als Nissan-manager echter als geen ander dat naamsveranderingen uiteindelijk de bakermat van succes kunnen zijn. Datsun, de voorloper van Nissan, heette immers ooit Datson, een naam die veranderd werd omdat ‘son’ in het Japans voor verlies staat. Verliezen deed de poulewinnaar slechts één keer en met een percentage van 91 procent mikte hij precies op het honderdvoudige van het marktaandeel van zijn automerk Kia in 2003. “Maar dat percentage van de te maken caramboles wijkt weer af van het moyenne”, meldde toernooidirecteur Helwig desgevraagd. “We doen er altijd vier bij”, sprak hij cryptisch tegen Marcel Kok, die nog tot vrijdagavond heeft om zijn beurten op te schroeven.

 

Ruud S.