Het is donderdagmiddag tegen vijf uur. Ik sta met mijn jas aan in de oude perskamer van de Amsterdam ArenA, onze tijdelijke werkplek. Mijn collega wenst me succes en heeft lieve oppeppende woorden voor mij over. Ik zeg dat het vast niets wordt. Mijn baas hoort het een tijdje aan en zegt dat ik wel wat meer zelfvertrouwen mag hebben, ik kan het toch best wel goed. Ik vraag hem wat hij denkt dat ik ga doen. Tennissen toch, antwoordt hij? Als ik hem meld dat ik moet biljarten, dondert hij bijna van zijn stoel. Zijn verbazing vult de tijdelijke werkplek. De collega vindt mij stoer. Wat mijn baas denkt, wil ik geloof ik niet weten.
Op weg naar Schagerbrug bedacht ik allemaal uitvluchten om maar niet te hoeven. Waarom deed ik ook al weer mee? Ik kan het niet, ik zie het niet, ik weet niet waar ik de bal moet raken om hem rechtsom te laten gaan. Dus waarom? Oja, ik vind het gewoon leuk! Ik stapte de bus uit tegenover het tot biljartetablissement omgetoverd OEK-pand, sloot aan bij de matadoren, clubbiljarters, gelegenheidsbiljarters en gezelligheidsbiljarters. Oftewel poule 1, poule 6, poule 14 en poule 10.
Bij de matadoren in poule 1 plaatste Eijo Wiersema zich met tien punten voor de finaledag en ook Jan de Graaf zien we met zijn negen punten met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zaterdag terug. Op Tim Wenker rustte de taak net als zijn vrouw en zoon eens een partijtje te winnen. Dat deed hij en zoals het een pater familias betaamt, scharrelde hij vier punten bijeen in al zijn poulewedstrijden. Biljartkenner Gerard Rietveld maakte het op één-na-hoogste aantal caramboles in zijn zes partijen, namelijk 327, maar eindigde troosteloos onderaan. Hij probeerde mij, degene die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het minste aantal gemaakte caramboles zal eindigen, een keu te slijten. Maar aangezien er op alle keu’s van hem mister 100 stond, wilde ik ze niet. Maar Gerard was niet voor een gat te vangen en bood mij een roze keu met bloemetjes aan voor een tientje of zes. Zeg nou eerlijk ‘een roze keu met bloemetjes?’, past dat wel bij biljarten? Daar is niets stoers meer aan…
Goed: Op naar de clubbiljarters, zo noem ik voor het gemak even poule 6. Geen idee of er veel leden van de Verzamelaars inzitten. Dus neem me niet kwalijk als het alleen Rob Kaars blijkt te zijn, die weliswaar zes jaar niet aan dit kampioenschap had meegedaan, maar ik dacht toch echt dat hij bedoelde dat hij zijn keu zes jaar niet had aangeraakt. Dat lag toch anders. Herman Hoeve en Ben Leek behaalden liefst tien punten, allebei. Jan vd Ploeg eindigde als laatste zonder punten. Maar dat de winnaar van 2011 een aantal weken na het overlijden van zijn vrouw, wel meedeed was al een overwinning op zich.
En dan poule 10. Het hoofdpijndossier van de organisatie. Heeft zich een eigen tafel toegeëigend, dicht bij de deur zodat de rokers van buiten nog een blik op de tafel kunnen werpen. Maar belangrijker nog, dicht bij de hoofdbar… De spelers dogen het als een andere poule even van biljart 4 gebruik maakt, maar vinden dat diep in hun hart eigenlijk verschrikkelijk en niet kunnen. En zoals dat bij gezelligheidsbiljarters hoort, eindigde in die poule niemand zonder punten en hadden de bovenste drie allemaal acht punten. Met Frank Verkaar uiteindelijk als winnaar.
Tsja, dan de gelegenheidsbiljarters, poule 14. Raken op John de Putter na, nauwelijks hun keu door het jaar heen, aan. Bloedspannend was het daar. Alleen de wedstrijden van mijzelf waren zo voorspelbaar als maar kan. Zonder punten maar met een paar mooie caramboles en een serie van drie was ik toch best wel trots op mezelf. Bij de laatste partij tussen Jeffrey en Theo Hoebe was het spannend. Fanatiek als hij is, was Jef best zenuwachtig. ‘Als je meedoet, wil je toch winnen’, verklaarde hij de gespannen trekken op zijn gezicht. Die topsportmentaliteit hielp hem in de slotronde aan de winst in de partij en in de poule. Met tien punten mag hij zich zaterdag meten met de crème-de-la-crème uit de Schagerbrugse biljartwereld.
Voor mijzelf rest er niet meer dan het vaantje en iedereen heel veel succes te wensen op zaterdag. Lukt het niet met biljarten dan wellicht bij de loterij. Daar heb ik nu ook mijn zinnen maar opgezet. En ik neem mij weer voor te gaan oefenen. Net zoals alle jaren hiervoor…
Klik hier voor de tussenstanden 2016 (http://www.molentochtschagerbrug.nl/pg-26555-7-100427/pagina/biljart_2016_tussenstand.html)